“De Nederlandse taal is moeilijker dan techniek”

Je bent nooit te oud om te leren. Dat laat de 50-jarige Pavlo Shatokhin zien. Onze collega bij ‘De Werkendamse’ verliet zijn thuisland ongeveer drie jaar geleden vanwege de oorlog. Maar nu al spreekt hij behoorlijk goed Nederlands. Ook vindt hij steeds beter zijn weg in als installatiemonteur. “Je moet dingen gewoon proberen”, aldus Pavlo zelf.  

Pavlo begon vorig najaar aan een opleidingstraject van de Beroepentuin in Dordrecht. Hier ontwikkelde hij in drie maanden vaardigheden die een installatiemonteur nodig heeft. In februari begon hij als assistent-monteur bij De Werkendamse. Dat bevalt hem erg goed. “Ik vind álles leuk”, zegt Pavlo. “Ik hou van techniek, samenwerken en communiceren. Dat kom ik allemaal tegen in mijn werk. Niet voor niets heb ik in Oekraïne aan de technische universiteit gestudeerd en was ik salesmanager bij een auto-onderdelenleverancier.”

Een interessant beroep

Collega Martin haalt Pavlo elke ochtend op. Samen gaan ze dan op pad naar de eerste klus. Dat kan bij een bedrijf of een school zijn, of bij mensen thuis. “Ook de installaties waaraan ik werk variëren: van dikwandige installaties en cv-installaties in woningen tot verschillende verwarmingssystemen”, vertelt Pavlo. “Het beroep van installatiemonteur vind ik erg interessant. Ik ben blij dat een ervaren collega me de kneepjes van het vak leert. Dat gaat goed, mede dankzij mijn technische achtergrond. Ik heb hierdoor genoeg basiskennis en ik kan technische tekeningen lezen. En als ik er even niet uitkom, kan ik een vertaal-app gebruiken om technische woorden te vertalen.”

“Of er veel verschillen zijn tussen de techniek in Nederland en Oekraïne?”, vervolgt Pavlo. “Nou en of! Bij De Werkendamse werken we met diverse, moderne technologieën, waardoor we ook veel verschillende materialen bij ons hebben. In mijn geboorteland gaan monteurs op pad met maar twee of drie gereedschappen.”

Meedoen

Dankzij zijn leergierigheid zet Pavlo grote stappen. Toch kan het hem niet snel genoeg gaan, zeker niet met zijn Nederlands. “Maar de Nederlandse taal is moeilijker dan techniek”, zegt hij. “Ik móet daarmee bezig blijven van mezelf. Want als ik met collega’s kan praten, en we begrijpen elkaar, heb ik een fijne werkdag. Lukt dat niet? Dan kom ik met een minder goed gevoel thuis. Gelukkig kletsen Nederlanders veel, zelfs de mannen, waardoor ik veel kan oefenen. Taal is nou eenmaal superbelangrijk om mee te kunnen doen. En wat helpt als je ergens mee zit of een probleem hebt? Juist, praten.”

Drie doelen

Pavlo heeft zich voor de komende tijd drie doelen gesteld: de taal onder de knie krijgen, een vast contract verdienen en met zijn vriendin Olga een huurwoning vinden. “Nu wonen we nog apart van elkaar, dat is lastig”, vertelt de assistent-monteur. “Maar vanwege de woningnood is het óók niet makkelijk om een huis te vinden. Hopelijk lukt het ons, zodat we kunnen bouwen aan een mooie toekomst hier. Daarna wil ik veel gaan wandelen samen en Nederland ontdekken. En natuurlijk de historie van dit land, geschiedenis is een andere liefde van me. Maar ik doe alles stap voor stap. Eerst wil ik nog veel meer leren van het installatievak. Gelukkig krijg ik daarvoor de kans van De Werkendamse en helpen collega’s volop. Daar ben ik erg blij mee!”